
In het Nationaal Archief bevindt zich een dossier over de vooraanstaande Britse fascist mr. Edward Jeffery Hamm; hij was bij zijn gevangenneming in 1940 reizend leraar op de Falklandeilanden.
Hij was enthousiast lid van de British Union of Fascists en zou hebben gezegd dat hij van plan was de beweging op de Falklandeilanden te bevorderen.
Bij zijn detentie werden enkele zaken in beslag genomen, waaronder een dagboekje en een adresboekje met dertig namen en adressen. De enige naam uit Nederland is die van penvriendin Bertha Popping uit Oosterwolde. Aangetekend werd in het dossier dat de men niets wist over haar politieke voorkeuren.
Hoe Bertha deze Edward Jeffery Hamm had leren kennen is onduidelijk. Mogelijk via een vriendin die ze had opgedaan in Heidelberg.
Maar wie was de Elizabeth (Bertha) Popping zélf?
Het navolgende is grotendeels overgenomen uit twee artikelen in het Friesch Dagblad, van Abe de Vries, onder andere cultuurredacteur bij dat Fries Dagblad. De twee pagina’s grote artikelen zijn verschenen in de krant van 24 en 25 april 2025.
Elizabeth (roepnaam Bertha) Popping werd geboren op 26 juli 1911 als enig kind van Hendrik Jan Popping en de oorspronkelijk uit Den Haag afkomstige Johanna Wouterina Jansen.
Ze was boekwinkelbazin in de zaak van haar vader en esperanto-lerares, was nazi en bleek femme fatale te zijn voor de Friese dichter en tweevoudig Gysbert Japicxprijswinnaar Jan Wybenga.
In de zomer van 1935, in Duitsland was Hitler net twee jaar de baas, vertrok de 24-jarige Elizabeth Popping, in 1911 in Oosterwolde geboren, naar Heidelberg voor instructie in de nazi-ideologie.
Mogelijk heeft ze hier fraulein G. Fritz leren kennen die ook als één van de adressen voorkomt in het boven aangehaald adresboekje. Fritz was een echte Nazi, zo werd door onderzoekers aangetekend.
In het partijblad van de NSB, Volk en Vaderland , had ‘Bertha Popping’ om een ‘reisgenoot(e)’ voor deze reis gevraagd. Enkele maanden eerder had haar vader een deel van zijn omvangrijke archeologische verzameling aan het Fries Museum verkocht. Haar vader was dat jaar NSB-kandidaat voor de Provinciale Staten van Fryslân.
Bertha moet een pientere dame zijn geweest. Al op zeventienjarige leeftijd won Elizabeth een prijs op een provinciale schrijfwedstrijd. In Oosterwolde werkte ze hard aan haar toekomst, al is niet bekend of ze na de lagere school nog een vervolgopleiding heeft gedaan. Wel deed ze allerlei cursussen. In 1931 behaalde ze het diploma voor Engelse handelscorrespondentie en slaagde ze in Groningen voor het esperanto-examen A, drie jaar later in Arnhem voor het esperanto-examen B. Ze gaf ook esperanto-lessen, waarvoor ze adverteerde.

Uit plakboeken bewaard bij de Stellingwarver Schrieversronte in Oldeberkoop blijkt dat ze na de oorlog nog slaagde voor de diploma’s Stenografie Frans, Nederlands, Engels en Duits, Duitse en Franse handelscorrespondentie, het vakdiploma Boekhandel en uitgeverij en uiteindelijk, in 1960, ook voor de MO-akte Duits.
Maar in de oorlog ontspoorden vader, moeder en dochter volledig. Elizabeth was winkel- en kantoorbediende in het bedrijf van haar vader, deed de administratie voor de plaatselijke Landwacht en al gauw ook vrijwilligerswerk voor de Duitsers op het vliegveld bij Leeuwarden. ‘Met de Sicherheitsdienst kon ze het eveneens buitengewoon goed vinden’, meldt een verslag van haar Tribunaalproces in juli 1947, ‘en [ze] beijverde zich deze heren hand- en spandiensten te verlenen.’
Bj haar aanhouding werd een broche met hakenkruis aangetroffen.


Het vonnis luidde vier jaar internering en ontzetting uit de kiesrechten. Haar vader werd uiteindelijk veroordeeld tot negen jaar detentie voor medeplichtigheid aan de moord in 1944 op minstens drie verzetsmensen na een mislukte wapendropping. Haar moeder werd veroordeeld wegens het verraden van een onderduiker.
Vader Hendrik Jan mocht vanwege ziekte vervroegd naar huis, waar hij op 10 augustus 1950 overleed op 65-jarige leeftijd.

Met haar moeder verhuisde Bartha na uitzitting van haar straf naar Drunen in Noord-Brabant, waar ze als secretaresse in dienst kwam bij scheepsschroevenfabriek Lips. De eigenaar was onterecht beschuldigd van collaboratie en nam als reactie menig ‘besmet’ persoon in dienst.
Vanuit Brabant zorgde ze in 1956 voor een klein schandaaltje in Fryslân toen de Kristlik Fryske Folksbibleteek (KFFB) een boek uitgaf (Frijdom wie de heechste wet ) dat bij nader inzien een vertaling bleek te zijn van een fascistische roman van haar vader, Markward Portenga; een werk dat in 1942 bij Storm, een uitgeverij van de Nederlandsche SS in Amsterdam, was gepubliceerd. Het manuscript was de KFFB toegezonden door Elizabeth Popping.
Elizabeth ‘Bertha’ Popping bleef ongehuwd. Ze overleed in Drunen op 8 oktober 1996 op 85-jarige leeftijd en werd bijgezet in het graf van haar ouders, maar kreeg er een eigen monument bij..
