
Hendrik is geboren op 6 november 1921 in Oosterwolde als vijfde uit een gezin van elf kinderen van Taede Stoker (geb. te Donkerbroek) en Hendrikje Remerie (geb. te Nijeberkoop). Eén van de elf kinderen werd levenloos geboren op 9 maart 1924.

Het gezin Stoker. Hendrik staat op de achterste rij, tweede van links
Hendrik bleef ongehuwd, was boerenknecht, is op 5 oktober 1943 in Oosterwolde gearresteerd en op 6 april 1944 aangekomen in Esterwegen op 25 kilometer van de grens met Groningen. Op 5 februari 1945 wordt hij overgebracht naar concentratiekamp Buchenwald (D), waar hij op 23 april 1945 is overleden, twaalf dagen nadat de geallieerden er aangekomen waren om hen te bevrijden. Zijn lichaam was echter teveel uitgepunt. Hij had er geen aanwijsbaar graf.
Bij het begin van de oorlog woont het gezin op een boerderij (toen Boekhorst 83) en ook Hendrik was voorbestemd om boer te worden. De eerste oorlogsjaren is er voor Hendrik weinig aan de hand. Dat verandert door een werkstaking die in Friesland op 30 april 1943 uitbreekt. Dit als een reactie op de bekendmaking door de Duitsers dat de Nederlandse militairen, die in mei 1940 na de krijgshandelingen waren vrijgelaten, opnieuw gevangen zullen worden genomen.
Als protest leveren boeren geen melk meer aan de fabrieken maar laten het bijvoorbeeld in sloten verdwijnen. Ook vindt sabotage plaats, bijvoorbeeld aan de tramrails bij de zuivelfabriek. In Appelscha wordt een brug opengezet. Dat laatste wordt bruut beantwoord. Duitse soldaten die er arriveren in een overvalwagen nemen drie jonge mannen onder vuur. Alle drie laten ze er het leven.
Dit wakkert de haat jegens de Duitsers en mensen die met hen heulen sterk aan.
Zo ook bij vier jongemannen uit Oosterwolde: Hendrik Stoker, Lute Nijholt, Bart Sikkema en Hatte Prins. Zij beramen plannen om de boerderij van N.S.B.-er Klaas van Apeldoorn in Prandinga in brand te steken. Drie staan op de uitkijk, de vierde steekt de boel in brand. Dit allemaal om de boer een lesje te leren.
In eerste instantie gebeurt er niets, maar op een of andere manier is loslippigheid van één van de vier de Duitsers ter ore gekomen. Zij pakken op 5 oktober Hendrik Stoker op, die op dat moment aan het aardappelrooien is bij zijn werkgever, Van Rozen. De laatste licht ’s avonds de ouders van Hendrik in.
Hendrik wordt vastgezet in het beruchte Scholtenhuis in aan de Grote Markt Groningen, het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst en Sicherheitspolizei.
Na enige tijd wordt hij overgeplaatst naar Konzentrationslager Herzogenbusch (Kamp Vught). Vanuit zijn gevangenschap schrijft hij regelmatig met het thuisfront en ontvangt van hen pakketen met goederen waarom hij gevraagd heeft.
Hij wordt overgeplaatst naar de gevangenis Wolvenplein in Utrecht vanwaar hij zijn laatste levensteken aan de familie schrijft.
In april 1944 wordt Hendrik overgebracht naar strafkamp Esterwegen en tien maanden later overgebracht naar concentratiekamp Buchenwald. Hij is dan waarschijnlijk lichamelijk al behoorlijk verzwakt door het zware werk in de veenontginning. Hij wordt in de ziekenbarak opgenomen.
Na de bevrijding van Buchenwald op 11 april 1944 krijgt hendrik goede verzorging , maar toch overlijdt hij op 23 april 1945, tien dagen nadat Oosterwolde was bevrijd.
Hendriks ouders vierden het bevrijdingsfeest niet mee omdat er een uit het gezin miste.
Pas in juli krijgen de ouders het droeve bericht van Henriks overlijden. Dat komt van het voorlopig Comité van oud-politiek gevangenen en is ondertekend door A. Treurniet….
Bovenstaande informatie is – met dankzegging – grotendeels gebaseerd op een artikel in de Nieuwe Ooststellingwerver van 19 maart 2020, ter gelegenheid van 75 jaar vrijheid. Het artikel en de bovenstaande foto’s zijn verzorgd door Niek van der Oord.
De volgende documenten hebben betrekking op zijn gevangenschap in o.a. Buchenwald.






En tevens de kaart van hem van het Rode Kruis:

Op Prandingahof 6.5.20 wordt Hendrik Stoker met een gedenkteken op het graf van zijn ouders herdacht.
