Jolle Ruurds Douwenga

(geb. 6 januari 1847, Bovenknijpe; overl. 6 mei 1924 Assen)
was 30 jaar Hoofd van de school in Fochteloo.
Daarvoor ook al in Appelscha, Franeker, Heerenveen en Assen.
Hij huwde in 1875 met Christina Elisabeth van der Zee (1850-1924).
Zij kregen zes kinderen:
Sjouke (1876-1878), Rudolf (1877-1920), Elisabeth (1880-1881), Sjouke (1882-1900), Jouke (1883-1888) en Jouke 1890-1980).

Douwenga was eerst hulponderwijzer Franeker, Heerenveen, Assen en Appelscha waarna hij per 1-1-1876 werd benoemd tot ‘hoofd der school’ in Fochteloo.

In 1878 probeerde hij overgeplaatst te worden van Fochteloo naar Elsloo. Dit omdat daar een betere woning beschikbaar was, de school veel beter was en Elsloo gunstiger gelegen was. Het verzoek werd behandeld in de raadsvergadering van de gemeente Ooststellingwerf op 21 november 1878 en met algemene stemmen afgewezen. Ingebracht werd dat Elsloo liever een open werving zouden zien en van inwoners van Fochteloo was vernomen dat men Douwenga niet kwijt wilde, en zeker niet op dat moment. Er zou dan een vacature ontstaan en de school zou daardoor die winter niet open kunnen zijn.

In november 1884 werd Douwenga’s echtgenote Christina Douwenga-van der Zee benoemd tot onderwijzeres ‘nuttige handwerken’ in Fochteloo

Na zijn eervol ontslag (per 1-6-1906) vanwege gezondheidsredenen, is hij weer naar Assen verhuisd. Bij zijn afscheid kreeg hij een schoorsteenmantelstel. Hij was de stuwende kracht achter de oprichting van de boterfabriek waarvoor hij ook de administratie deed, en hij was controleur van het vetgehalte. Daar werd trouwens in Fochteloo flink mee gesjoemeld. Eerst door de teruggekregen ondermelk te koken en de volgende dag te mengen met de gewone melk. Douwenga ontdekte dit en nam maatregelen.
Maar daarna mengden de boeren de melk met (de vettere) melk van schapen.  Ook dát werd ontdekt omdat er dan boterbestanddelen aan de binnenkant van de deksels van de melkbussen zitten.

Het boterfabriekje te Fochteloo, later Nederlands Hervormde kapel en sinds 2021 Bed & Breakfast

Vier van de zes kinderen van Jolle Ruurds en Christina Elizabeth liggen hier begraven. Zij overleden toen ze 1, 2, 5 resp. 18 jaar waren. Elisabeth is met 14 maanden de jongste die op het kerkhof van Fochteloo begraven ligt mét steen.

In 1884 was er een kind van J.D. uit Fochteloo, vermoedelijk was dat Sjouke of Rudolf, zoon van Jolle Douwenga, dat erg sukkelde aan dauwworm. Op aanraden van een arts hing de vader een tortelduif in de kamer waar het kind was en de toestand van het kind verbeterde zienderogen……
Rudolf, een andere zoon was sergeant Infanterie en overleed in Assen op 42-jarige leeftijd.

Douwenga ligt begraven op de Zuiderbegraafplaats in Assen.

Zuiderbegraafplaats in Assen

De jongste zoon, Jouke, was een bekende Nederlandse componist. Een uitgebreid interview met hem vindt u HIER. Hij werd 89 jaar en overleed in Doorn.
Onder andere maakte hij de muziek bij een tekst van Roosje Asscher – van der Molen.

Geboorteplaats

Wat heb ik er gezocht, wat dacht ik er te vinden?
Iets van voorbije jeugd, iets van mijn oude vrinden?
Heel veel vond ik terug, zo ik het had verlaten.
En toen liep ik vervreemd langs pleinen en langs straten.
Wat had ik dan verwacht. Wat dacht ik dan te vinden;
mijn leven ligt nu hier en hier zijn ook mijn vrinden.
Ik zocht herinnering aan lang vervlogen jaren
maar zag dat deze slechts in het hart geborgen waren.

Dat in het hart geborgen zijn, dat zijn geldt ook voor de mensen die op onze begraafplaatsen begraven zijn en van wie we van enkele op deze site een stukje van hun leven belichten.

Begraafplaatsen Oosterwolde en Fochteloo