Klokkenstoel

De Stichting Begraafplaatsen Oosterwolde en Fochteloo beheert de begraafplaatsen in Oosterwolde en Fochteloo en in die laatste plaats ook het oude ‘kerkhof’. Daarmee heeft ze tevens het beheer over de klokkenstoel in Fochteloo. Dit is een rijksmonument  (nr. 31722).

Een klokkenstoel is een stellage van dikke houten of ijzeren balken, waarin een of meer klokken zijn opgehangen. Een klokkenstoel kan boven in de kerk- of klokkentoren zijn aangebracht, maar ook los staan. Dat laatste is met name het geval in de armere gebieden, waar financiën ontbraken om kerken te voorzien van een dure kerktoren.

Fochteloo behoorde tot die dorpen die wel een kerkje hadden, maar zonder toren.

In 1721 tekende Jacobus Stellingwerf het kerkje van Fochteloo samen met de klokkenstoel.

Van de oude klokkenstoel, die naast het kerkje heeft gestaan,  zijn twee zwerfkeien gevonden die vermoedelijk als fundament hebben gediend. De een is zichtbaar gemaakt; de tweede ligt dieper onder de grond.

In 1837, toen het kerkje werd afgebroken, is ook de klokkenstoel vernieuwd.
Het was en is een zogenoemde ‘dubbele’ klokkenstoel, bestemd dus voor twee klokken,
in zijn soort waarschijnlijk de kleinste. De klokkenstoel heeft een schilddak en het luidsysteem is dat met zogenoemde vliegende klepel. Vroeger werden de klokken dagelijks geluid om 9.00 én om 12.00 uur. De laatste jaren tot 2008 alleen om 12.00 uur.
De laatste klokkenluidster (een boerin uit Fochteloo) is toen naar Oosterwolde verhuisd en zo kwam er een eind aan deze lange traditie.

Als er iemand was overleden dan werd dat aan de dorpelingen kenbaar gemaakt door het ‘aankleppen’ van de klokken. Was er een vrouw overleden dan werd eerst de kleine klok drie keer geklept en daarna de grote klok drie keer.
Bij een man was het juist andersom. En bij een kind werd er waarschijnlijk maar één keer geklept.
Daarnaast werd en wordt er nog steeds geluid bij begrafenissen. Vaak begint het luiden dan zodra de begrafenisstoet in zicht is en stopt het als ze bij het graf zijn gearriveerd.
Meestal werd bij het verlaten van de begraafplaats weer een keer geluid.

Ook bij brand feestelijke gebeurtenissen en bij de jaarwisseling werd geluid.
Dat klokluiden niet zonder gevaar is als er niet tijdig onderhoud plaatsvindt, wordt duidelijk door grafmonument van Marten Koopmans dat bij het hek staat. Hij overleed in 1885 tijdens het klokluiden ter ere van de verjaardag van Koning Willen III.


Zie voor dat verhaal: https://www.sbof.nl/marten-lenzes-koopmans/

Tot 1967 stond er een baarhuisje tussen de klokkenstoel en het hekwerk.

In 1967 werd de klokkenstoel opgeknapt met het nog bruikbare hout van die in het buurdorp Oosterwolde, toen daar een nieuwe werd geplaatst.

In 2014-15 werd groot onderhoud uitgevoerd waarbij aangetaste delen zijn vervangen door kunsthars. Ook werd de klokkenstoel opnieuw in de verf gezet.

Op 10 mei 2023 werd de klokkenstoel geheel ontmanteld en naar een werkplaats gevoerd om gerestaureerd te worden.
Op 30 november werd deze weer teruggeplaatst waarna op 12 december de officiële ingebruikname plaatsvond door burgemeester Jack Werkman van de gemeente Ooststellingwerf.
Hoewel de klokkenstoelen vroeger van eiken- of grenenhout werden gemaakt, is er voor gekozen nu zogenoemd Bilinga te gebruiken, een tropisch hardhout dat minder splijt en erg duurzaam is.

De klokkenstoel wordt in 2013 ontmanteld om gerestaureerd te worden.
De vernieuwde klokkenstoel.

Besloten werd het hout van de klokkenstoel niet te schilderen. Dit om een natuurlijke uitstraling te behouden én om te besparen op de kosten van het periodiek schilderen.

Eerder, in 2012, werd besloten tot restauratie van de klokken. Op 7 augustus 2012 werden de klokken verwijderd uit de klokkenstoel en overgebracht naar Duitsland waar de firma Lachenmeijer in Nördlingen de klokken verhitte tot 450 graden om uitgesleten slagranden (ten gevolge van het vele luiden hebben de klepels in beide klokken twee flinke slijtageplekken veroorzaakt) te herstellen. Ook was in de loop der jaren een hulpconstructie aangebracht ter vervanging van de uitgesleten en weggeroeste klepelophanging. Deze is weer verwijderd en vervangen door een ophanging naar voorbeeld van de oorspronkelijke constructie.

Gegevens met betrekking tot de klokken:
Beide klokken hebben geen tekst, allen touwranden als versiering.  De term ‘touwrand’ verwijst naar het gietproces waarbij touw werd gebruikt om op de te gieten klok een rand te laten verschijnen.
Aan de onderste en bovenste touwrand op de grote klok zit een soort ring. Mogelijk verwijst dit naar een voorstelling van Maria met kind. Niet bekend is wie de gieter van beide klokken is geweest. Naar alle waarschijnlijk zijn ze in de veertiende eeuw gegoten.

De klokken waren vanwege hun ouderdom in de oorlog gemerkt met een M (= Monumentaal), en zijn – zoals nagenoeg alle klokken in Nederland – in de Tweede Wereldoorlog door de bezetter in beslag genomen en afgevoerd. in dit geval naar de omgeving van Giethoorn en daar opgeslagen. Daar zijn ze in een schuur onder zand verborgen en hebben zo de oorlog overleefd.
Beide klokken zijn na de oorlog weer teruggekomen.
De kleine klok heeft toen eerst vier jaren in de kerktoren in Appelscha gehangen omdat de daar uitgenomen klok niet de M-status had en daarom in de oorlog wel tot oorlogstuig is omgesmolten.

De grote klok weegt 242,2 kg en heeft een onderdoorsnede van 73 cm. De dikte van de slagrand is 54 mm. Vlak boven de slagrand is een sjablonerand en direct onder de schouder zijn drie was- of touwranden aangebracht; de bovenste met een omhoog wijzende en de onderste met een omlaag wijzende lus (zie foto).

De kleine klok weegt 212 kg en heeft een onderdoorsnede van 69 cm. De slagrand is hier 53 mm. Ook deze klok kent een sjablonerand en twee was- of touwranden, dat laatste echter zonder lussen.

Begraafplaatsen Oosterwolde en Fochteloo