Kornelis de Groot

Kornelis (Kees) de Groot werd geboren op 14 april 1893 in Kortezwaag als zoon van landbouwer Jelmer de Groot en Popkjen de Haan.

Waar hij zijn Theologieopleiding genoten heeft is onduidelijk, maar dat is ongetwijfeld Groningen geweest.

Hij huwt op 7 april 1920 in Rauwerderhem met Sijtske Nijdam, die een jaar jonger is. Kornelis woont dan in Friens, Sijtske in Irnsum.

Kornelis is dan net als predikant verbonden aan de hervormde gemeente Oldehove in Groningen.
Daar wordt op 21 april 1922 Jacoba Elizabeth (Coba) geboren.
Een jaar later wordt Kornelis predikant in Oosterwolde (Fr), waar op 3 oktober 1924 zoon  Hjelmar Kornelis het eerste levenslicht ziet, waarmee het gezin compleet is.

In Oosterwolde was De Groot mede-oprichter en veel jaren voorzitter van de culturele vereniging Volksontwikkeling en hij was penningmeester van de plaatselijke afdeling van het Groene Kruis.

Op 1 juni 1936 overlijdt Sijtske op slechts 42-jarige leeftijd.

Bijna drie jaar later treedt Kornelis op 1 maart 1939 opnieuw in het huwelijk, nu met ‘apothekerse’ Maria Piek, geboren in Rotterdam en wonende in Bilthoven.

Tien dagen na zijn tweede huwelijk vertrekt het gezin naar Buitenpost, waar Kornelis aan de hervormde gemeente wordt verbonden.
Dat hij in hervormd Oosterwolde een geliefd persoon was blijkt uit het feit dat de kerk bij zijn afscheid tjokvol zat én dat er vanuit Oosterwolde drie bussen met in totaal zestig mensen naar Buitenpost gingen om de intrede bij te wonen.

Drie jaar later wordt het huwelijk tussen Kornelis en Mieke op 23 juli 1942 ontbonden door de Arrondissementsrechtbank in Leeuwarden.
Binnen een jaar na die echtscheiding volgt op 31 maart 1943 (oorlogstijd) een derde huwelijk van Kornelis, nu met de vijftien jaar jongere Duitse Ruth Edith Christhilde Engel, huishoudster, die geboren is in Polen en weduwe is van Rudolf Tobias.
De voornamen van de bruid doen vermoeden dat ze joodse wortels heeft.

Op 27 april 1958 gaat Kornelis met emeritaat en vertrekt met Ruth Edith naar Irnsum waar hij nog jaren als hulpprediker werkzaam zal zijn.
Blijkbaar is het echtpaar later verhuisd naar Veenwouden, want daar overlijdt Ruth Edith op 20 augustus 1972.

Kornelis zelf overlijdt in huize “Nieuw Klaarkamp” in Franeker op Tweede Paasdag 12 april 1982, twee dagen voordat hij 99 zou worden.

Inmiddels is zoon Hjelmar huisarts geworden en gehuwd met Loeke Cornelia Keyser. Hij overlijdt in 2010 in Leeuwarden.
Zijn zus Coba is vijf jaar eerder overleden in Harlingen. Zij bleef ongehuwd.

Verdere bijzonderheden:
Wat opvalt is dat in de geboorteakte de naam van Sijtske Nijdam met ij wordt weergegeven, in veel volgende akten met y, maar op het grafmonument is het Sietske.
Dochter Jacoba Elizabeth is vernoemd naar haar oma van moeders kant: Jacobje
Bij de geboorte van hun zoon, verwacht je een vernoeming naar de vader van Kornelis, Jelmer, maar ook die naam wordt enigszins aangepast tot Hjelmar.

Kornelis was blijkbaar hondenliefhebber. In juli 1920 doet hij (vanuit Oldehove) mee aan een hondententoonstelling in Leeuwarden en wint de tweede prijs in de categorie Duitse herders.

In 1928 wordt Kornelis veroordeeld tot ƒ 20 of 20 dagen hechtenis vanwege een overtreding van de motor- en rijwielwet. Een maand later wordt die straf tot de helft teruggebracht.  Welke overtreding het betreft, dat is onduidelijk; ook of deze met een auto, motor of fiets is veroorzaakt.

In augustus 1935 volbrengt Kornelis samen met zoon Hjelmar (toen tien jaar en de jongste deelnemer!) de Overtocht over de Groote Wielen: een afstand van 1000 meter die zwemmend moest worden volbracht. Een jaar later haalt Hjelmar zwemdiploma-B in De Tjonger.

Twee maanden na de zwemtocht over Groote Wielen reed De Groot in zijn Citroën Traction (kenteken B-6541) op de Verlengde Heereweg in Groningen, raakte in een slip en botste tegen een boom waarna de auto omsloeg. De bestuurder bleef ongedeerd.
Het krantenbericht meldt: “(…)de boom bleef voorgoed liggen”.

Twintig jaar later is Kornelis de Groot één van de vele eisers in een zaak die speelt bij de Arrondissementsrechtbank in Lissabon (Portugal). De eis was obligaties ‘te vervangen’ die eigendom waren geweest van de eisers maar door de Duitse bezettingsmacht op 4 november 1944 uit Amsterdam waren weggevoerd.

Kornelis en zijn eerste vrouw Sietske zijn begraven op de begraafplaats Prandingahof in Oosterwolde in de graven 3-1-22 en 3-1-23. Ook is daarin bijgezet de urn met de as van dochter Jacoba.

Begraafplaatsen Oosterwolde en Fochteloo