Verbrand in het Fochteloërveen
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 5 april 1937 komt de volgende beschrijving van het gebeuren:
“Vrijdagavond omstreeks 5 uur werd door een of meer, tot nog toe onbekend gebleven personen, vermoedelijk opzettelijk, een strook heide te Fochteloo in brand gestoken. Al spoedig trok deze brand, die in het droge materiaal gretig voedsel vond, de belangstelling van de jeugd. Een aantal jongens wilde het spel der vlammen van nabij aanschouwen en kwam tot vlak bij het vuur.
Een der jongens was zelfs zoo driest om tussen twee aan elkaar grenzende vuurhaarden door te rennen. en bracht dit er goed af. Begrijpelijk waren toen meerderen van de partij en sprongen een paar jongens tussen de vlammen door.
Ook de 10-jarige Pieter Mulder wilde in durf niet bij zijn makkers achter staan en trachtte eveneens tussen de aan weerszijden brandende. heide door te lopen. Toen hij echter ongeveer halverwege was, sloegen hem plotseling vermoedelijk door een windvlaag, de vlammen in het gelaat. Hij is daardoor zeer zeker enigszins bedwelmd en bleef staan. Hoe zijn kameraden ook schreeuwden van „doorlopen”, hij bleef op zijn plaats en in een minimum van tijd stonden zijn kleren geheel in brand.”
Pieter Mulder met zijn broertje Jan (1929-2020)
Niemand van de andere waaghalzen durfde te hulp te komen, omdat de beide vuurhaarden inmiddels in elkaar over waren gegaan en alles rondom den armen knaap in lichter laaie stond.
De heer H. v. d. Meer Jr., die op enige afstand werkzaam was, hoorde het hulpgeroep van de jongens en snelde naar de plaats des onheils. Hij baande zich een weg door de vlammen en het mocht hem gelukken het kind bulten gevaar te brengen. Hij liep daarbij zelf verscheidene brandwonden op. Onmiddellijk wierp hij het slachtoffer in een, in de nabijheid lopende sloot, teneinde de brandende kleren te blussen.
De meeste kledingstukken waren toen reeds nagenoeg geheel verbrand en de ongelukkige jongen was over zijn gehele lichaam bedekt met brandwonden. Hij was echter nog niet bewusteloos en kon nog goed zien. Hij bedankte zijn redder voor zijn hulp en vond het helemaal niet nodig om een dokter te halen.
De inmiddels toegeschoten omstanders waren echter verstandiger en ijlings werd dokter Stoel uit Oosterwolde gewaarschuwd, die spoedig ter plaatse was en de eerste geneeskundige hulp verleende. Op zijn advies werd het kind onmiddellijk per auto overgebracht naar het Acad. Ziekenhuis te Groningen. Dit heeft helaas niet meer mogen baten en het kind is zoals reeds gemeld, Zaterdagmorgen aldaar overleden.
De brand was enige tijd na het ongeval gedoofd, doordat het vuur zich niet verder uitbreiden kon. Schade werd niet aangericht. De politie stelt een onderzoek in naar de oorzaak van den brand, welke zoo noodlottige gevolgen heeft gehad. Algemeen is men te Fochteloo zeer onder den indruk van het gebeurde en heeft men te doen met het zoo zwaar beproefde gezin. De verwondingen van den heer v. d. Meer bleken niet van ernstige aard te zijn.
Pieter Mulder ligt begraven op de begraafplaats in Fochteloo (B-44-f).